|
||||
Contract management een "must" | ||||
Inleiding
De overeenkomst tussen aannemer en opdrachtgever om tot realisatie van een project te komen lijkt nog immer een fenomeen met een hoog Calvinistisch karakter van wederzijds vertrouwen. Zeker met het oog op de verdergaande globalisering van de economie, schuilen hier vele gevaren. Is het wel verstandig om met een onduidelijke contract situatie grote investeringen aan te gaan? We gaan kort in op een paar aspecten van het contractmanagement. Onduidelijke contractsituatie
Globalisering economie accelereert risico
In de telecomsector zijn bijvoorbeeld de laatste jaren veel investeringen gedaan door buitenlandse bedrijven in Nederland. Callcentra, operators in de mobiele telefonie en internetbases rijzen de pan uit. Veel investeerders of uitvoerders komen uit Engeland, en trachten het Engels recht de grondslag te maken van de overeenkomst met de nationale aannemers. Deze lokale aannemers veranderen echter veelal hun strategie niet, en aanvaarden op dezelfde gronden de overeenkomsten als altijd te voren. Min of meer op de blauwe ogen dus. De impact die buitenlandse rechtssystemen (toepasselijk recht) echter (kunnen) hebben op het risico is enorm. Toepasselijk recht is van groot belang
We kennen in het Engels recht de subtiliteit "time is of the essence". Een zinsnede, die in de regel wordt geaccepteerd door de Nederlander bij gebrek aan juridische kennis, die enorm veel impact heeft bij late levering. Deze vijf woorden impliceren dat de aannemer alles, maar dan ook alles, in het werk moet stellen om tijdig te leveren, bij gebreke waarvan hij in het ergste geval zijn bedrijf moet verkopen om de schade aan de opdrachtgever te vergoeden of failliet gaat. In de praktijk zal het ergste scenario wellicht niet snel worden bereikt, maar de dwang om bijvoorbeeld 24 uur per dag te werken, en in de weekenden, is binnen de Nederlandse arbeidswetgeving ook al moeilijk na te komen. Toch impliceert "time is of the essence" zulke maatregelen. Het Engels recht kent ook het verhalen van indirecte gevolgschade, onder andere ontstaan door het overschrijden van levertijd, hetgeen verder gaat dan de in Nederland reeds zo goed als uitgesloten "epidemische fout". In Nederland is het meestal zo dat (in metafoor) de schade moet worden betaald voor de geïnstalleerde kraan die op het schip valt, maar niet de schade die ontstaat doordat het schip niet uitvaart. In het Engels recht is de verhaalschade dus wel volledig, en dienen alle kosten te worden betaald. In het geval van overschrijden van de levertijd kunnen geweldige boeteclausules van kracht zijn, hetgeen ook in Nederland bijna niet mogelijk is (zelfs niet indien contractueel afgesproken: een rechter of arbiter kan op basis van onbillijkheid dan nog immer de boete verlagen of verwerpen). Men kan in alle naïviteit denken "we zitten toch in Nederland", maar indien contractueel het Engels recht van toepassing is verklaard tussen partijen, dan zal ook Engels recht worden gesproken indien er uitwerpselen aan de knikker komen. Praktijkgeval
De aannemers hadden hun offertes uitgebracht, gebaseerd op de eigen voorwaarden, en wachtten op de ontwikkelingen die zouden komen. De succesvolle aanbieders ontvingen echter een Letter of Intent (LOI: Intentie Verklaring) van de opdrachtgever gebaseerd op FIDIC condities en het Engels recht. Iedere aannemer ging aan het werk, bijna zonder uitzondering op basis van de LOI, zonder afstand te nemen van de inhoud of een tegenbod te doen. Hierdoor werd juridisch impliciet een acceptatie gedaan van de voorwaarden van de opdrachtgever. Men repliceerde immers niet met een stelling dat men wel aanvaardde maar slechts op basis van de gestelde offerte of een tegenofferte, en niet op basis van de ontvangen LOI. Een valse start dus. Daarbij, en veel belangrijker in deze, men accepteerde, ook in latere fase, het Engels recht, waaronder "time is of the essence". Bijna iedere aannemer ging er vanuit dat de onderhandelingen tijdens de uitvoering wel op het gewenste resultaat zouden uitdraaien. Helaas! De opdrachtgever kwam al snel in financiële en organisatorisch problemen. Bijna alle aannemers kregen een zwaar negatieve cashflow te verduren, en kwamen in het gedrang. Terwijl het project gewoon doorliep en een ieder gewoon doorwerkte werd de situatie precair voor de kleinere aannemers. De onderhandelingen liepen stroef en werden getraineerd door de opdrachtgever. Er werden retentiegelden ingehouden door de opdrachtgever terwijl hun "creditrating" ondertussen "0" was. Bedragen oplopend tot een miljoen gulden. De vertrouwensinvestering van bijna alle aannemers liep in de miljoenen. En in een markt waar netto projectresultaten van 2 - 5% goede winst zijn, zijn dat risico's die je wilt vermijden. Inmiddels (het project is bijna afgerond) zijn tenminste twee aannemers van de bouwplaats verdwenen (en moeiteloos door twee anderen vervangen!) met gigantische uitstaande bedragen aan declaraties bij de opdrachtgever. Anderen zien zich nog steeds geconfronteerd met grote negatieve cashflows en ingehouden retentiegelden. Slechts een enkeling, waaronder de door een contractmanager begeleidde aannemer, draait een acceptabele winst en kent een vastgelegde contractsituatie zonder retentiegelden in handen van de opdrachtgever. Die laatste, positieve, situatie werd bereikt door van meet af aan duidelijk de positie te communiceren met de opdrachtgever. Aanvaarding op basis van eigen voorwaarden, aangevuld met wensen van de klant, constante aanmaning van de opdrachtgever te presteren in de onderhandelingen, en het elimineren van negatieve cashflow (door aanbetaling en betaling op voorcalculatie) en retentiegelden niet anders dan in de vorm van een bankgarantie. Deze onderhandelingen hebben een volledig jaar geduurd. Niet de perfecte situatie maar wel aanvaardbaar risico, vanwege het van meet af aan bewaken van een positieve of neutrale cashflow en het direct verwerpen van het Engels recht als zijnde van toepassing op de overeenkomst. De andere partijen hebben het beduidend slechter gedaan, en kennen inmiddels financiële problemen of negatieve resultaten. En dan hebben we nog niet eens het eindspel bereikt, waarbij het Engels recht nog een pittig potje kan meespelen in (gevolg) schades en aansprakelijkheden (liabilities). Het bovenbeschreven bondig geschetste beeld is geen metafoor maar een recent voorbeeld uit de praktijk zoals ondervonden door de auteur. Met nadruk moet worden gezegd dat dit geenszins een uitzondering betreft! En andersom
Conclusie
A.M.A. Goossens |
||||
|